In de ochtend heeft Dostan mij opgehaald om naar een groeve te gaan om kleuren allerlei kleuren klei te zoeken. In richting oost, na het dorp Kadji say, slaan we een onverharde weg in. Na enkele kilometers verschijnen achter de rode zand heuvels reuze puisten bestaant uit samot (om te onthouden, omgedraaid Tomas), heel kleiige leem, ook wel vette leem genoemd. Het bijzondere van de puisten is dat ze uit lagen bestaan met elk een eigen pigment menging. Het overwegende kleurspectrum loopt van wit-geel naar paars. We vinden drie goed bevonden stukken die we meenemen om uit te testen. Op de terugweg stelt Dostan
Terug op Beltam zijn er twee jonge mannen uit Berlijn, een van de twee is fotograaf en heeft een freelance opdracht om de waterhuishouding in centraal Azië op de gevoelige plaat vast te leggen. Voor deze opdracht willen zij een rondje (+/- 500 km) om het meer rijden en wel meteen. Aida ziet de combinatie en belt Dostan.
Rond 14 uur zijn we vertrokken en rijden in een ruk naar Cholpon Ata. Het is de Costa brava van Kirgizië, er komen veel Kazachen en Russen op af om hun vrije dagen daar door te brengen. Het stadje bestaat langs de kustlijn uit ressorts, een ommuring met zoveel mogelijk vakantiehuisjes er in. Wij bekijken een nog in gebruik zijnde Sovjet sanatorium en een cultuur park. Het park “Ruh Ordo” is in 2002 geopend en opgedragen aan de beroemde Kirgizische auteur Chingiz Aitmatov, samen met sculpturen van zijn verhalen, Griekse filosofen en goden, Buda, Manas helden en goden, Kirgizische Sovjet helden vormen zij een bond gezelschap rond paviljoens die ieder voor zich gewijd is aan een geloof. Elk paviljoen is gelijk, alleen de toren spits verraad door het gebruikte symbool de geloofsrichting. Binnen is het een lege vierkante ruimte, op elke wand is een fleurig tafereel geschilderd van desbetreffende gebeurtenissen.
Even buiten Cholpon Ata ligt een veld met grote stenen waar in sommige afbeeldingen van vooral gewei gedierte is ingegrift, rots tekeningen uit, volgens het bijschrift uit de 8e eeuw v.Ch., vanuit dit hoger gelegen veld zien we op de tegenover liggende witte bergtoppen de weerkaatsing van de verkleuring van de ondergaande zon.
Rond Ysyk Kol wordt niets dus gaan we de zelfde weg terug.